Ternate

Ternate en Tidore zijn beide prachtige eilandjes. Vulkanisch uiteraard, zou ik bijna zeggen, en met een zeer rijke historie. En ook hier hebben wij ons als Nederlanders in het verleden schandalig gedragen op jacht naar het grote geld. Er is hier wat afgemoord en verwoest om het monopolie te verkrijgen op de kruidnagelhandel! Gedoe met de Portugezen, Spanjaarden, Engelsen en de sultans van Ternate en Tidore. Soms waren we bondgenoot van de een, dan weer van de ander, net wat het meest in onze geldkraam te pas kwam. Enfin men is hier in deze regio niet echt haatdragend, het is allemaal verleden tijd en zoals al eerder opgemerkt, de Indonesier is een ras optimist en kijkt bij voorkeur vooruit in de tijd, al is het niet al te ver!

Na aankomst in Ternate stad en het droppen van de baggage in het ‘top choice’ Bukit Pelangi Hotel, volgens de Lonely Planet, op wandelavontuur door de stad. Uitstekende lunch gescoord op de terminal van de bemo’s en daarna op zoek naar het eerste fort ‘Benteng Kalamata’ ten zuiden van Bastiong. Een aardig gerestaureerd en keurig onderhouden geheel en prachtig gelegen aan het water met zicht op Tidore. Omdat het bloedheet is besluiten we met de ‘ojek’, dus als duopassagier achter op een brommertje, richting ‘Benteng Oranye’ te gaan. De heren van de ojek zijn niet geheel zeker van de locatie, maar uiteindelijk vinden we de goede plek. Als groentje in deze stad en onwetend voor wat betreft de prijzen hier, betaal ik te veel na de wat boze blik van de dapperste van het stel als ik hem 2 biljetten van 10.000 rupiah denk te geven.

Aardig om te zien hoe dit enorme complex gewoon nog gebruikt wordt door de Indonesische landmacht, inclusief de medische wijkpost in het vroegere gebouw van het lazaret. Verder treffen we er de plaatselijke VVV. Een uiterst vriendelijke dame neemt ruim de tijd om in prima Engels het een en ander te melden en te regelen. Het lijkt een dienst met een waterhoofd, want er schijnen een man of 40 te werken hier. Wat die allemaal doen is ons een raadsel, want zoveel toeristen komen we niet tegen, wel geteld één in 4 dagen! Maar goed, men is bezig Ternate op de kaart te zetten naar verluidt , de folder ziet er prachtig uit en is gedrukt op zeer duur papier. Nu nog wat aan de weg timmeren in Europa én de nieuwe Aziatische toeristentsunami deze kant zien op te krijgen . . . . . . . . . . . !

Cut (spreek uit Tjoet) laat ons kennis maken met Budi, hij is een dag onze chauffeur en zal een rondje Ternate met ons doen. Kosten 350.000 rupiah en verder is de catering en de benzine voor onze rekening. Budi kan het echter niet nalaten om naast zijn ruime fooi en het benzinegeld nog wat extra te vragen. Jammer na een verder zeer aangename en gevarieerde tocht.

Allereerst vinkten we ons derde fort af, voor een bescheiden donatie bewonderden we het goed onderhouden, van oorprong Portugese fort ‘Tolucco’, met een wat saaie tuin. Wederom goede vergezichten vanuit deze strategische plek.

Volgende stop is Batu Angus, een ‘lava-tuin’, ontstaan na de laatste uitbarsting van de Gamalama. Aandoenlijk aangelegde paden en bloemenperkjes, klaar voor de tourist. Tegen de wijzers van de klok in vervolgen we ons weg richting Tobolo voor een koffiestop bij een typisch op zijn Indonesisch aangelegde uitspanning. Echt een familieplek waar het op de overdekte picknick hutjes goed toeven is. Verderop nog een strandje afgevinkt, Pantai Sulamada. Hier schijnt ook gedoken en gesnorkeld te kunnen worden, zelfs vanaf het strand! Een beetje projectontwikkelaar likt zijn vingers af bij het zien van de potentie van deze strandjes. Overigens is het opvallend hoe goed de wegen hier zijn, in ieder geval de hoofdweg die het hele eiland rond gaat. Gevraagd naar de reden van deze prima infrastructuur, meldt iemand dat het waarschijnlijk komt omdat in deze uithoek van Indonesie, ver van Jakarta, minder corruptie is. Als gevolg daarvan wordt er minder gesjoemeld met de kwalteit van het asfalt. Bovendien is er een 5-jaren plan voor het onderhoud van de wegen. Ongekend toch . . . . . .!

Indrukwekkend is het Tolire meer, we bezoeken Tolire Besar. Doet me een beetje denken aan Kelimutu op Flores, hoewel hier niet van die prachtige kleuren zijn.

Naast de goede wegen valt ook op hoe schoon en verzorgd het overal is. Er is weinig zwerfafval en er zijn zelfs her en der afvalbakken geplaatst. Natuurlijk wordt er nog wel op verschillende plekken in ruime mate afval verbrand, maar even voorbij het meer bevindt zich een grote vuilnisbelt. Budi wilden ons behoeden voor de stank, maar in het kader van mijn projektje toch maar even een fotostop ingelast. En wat blijkt, er wordt aan afvalscheiding en recycling gedaan. Naas een groot aantal koeien die zich hier blijkbaar te goed doen aan het welig tierende gras, blijken er tamelijk veel mensen te werken én te wonen op de vuilnishopen.

We zijn nu duidelijk aangeland in een wat afgelegen gebied, want het kost moeite om een lunch te scoren. Uiteindelijk arriveren we na tig keer vragen bij een restaurantje aan weer een mooi strandje, Pantai Kastela ligt prachtig. Een dappere ondernemer heeft er wat voorzieningen gebouwd en aangelegd, waaronder een zwembad met een heuse hoge duikplank. Ton viert hier zijn 60ste verjaardag met een heerlijk gebakken visje!

Na het afvinken van ons vierde fort, ‘Benteng Gambamo’, rijden we door naar Danau Laguna. Een prachtig meer met spectaculaire vergezichten. Eerst dit moois van boven bekeken en vervolgens afgedaald naar het meer zelf. Er wordt vis gekweekt en een soort waterspinazie.

Tenslotte rijden we de cirkel rond om als laatste de ‘Cenkeh Afo’ te zoeken. Een kruidnagelboom die per gids varieert in leeftijd. De een heeft het over 350 jaar, een andere spreekt van 400 jaar. Hij is in ieder geval oud en het kost enige moeite om er te komen. En tot overmaat van ramp begint het tijdens te wandeling terug nog te regenen ook. Handig zo’n paraplu die je in de auto achterlaat! Maar alles bij elkaar zoals gezegd een welbestede dag.

Inmiddels hadden we Bukit Pelangi verruild voor een wat ruimere kamer in hotel Vellya. Vanaf hun balkon heb je het uitzicht van de vulkaan die staat afgebeeld op het biljet van 1000 rupiah. Van hieruit nog een dagje zelf erop uit in kota Ternate. Informatie ingewonnen over de speeds naar Tidore en Halmahera, en verder de gigantische vis- en groentemarkt bezocht. Het kraton was aanvankelijk gesloten tot na een uur of 3 in verband met het moskeebezoek van een ieder op de vrijdagmiddag. Na 3-en dachten we het museum te bezoeken, maar het splinternieuwe gebouw was nog volkomen leeg. De gehele collectie bevond zich nog in het huis van de sultan, kwamen we later achter. Dus maar wat gedwaald over het complex na toestemming van een vage medewerker die daar uiteraard een ‘donatie’ voor verwachtte. Even dachten we de sultan zelf gespot te hebben, in een gezelschap van oudere in traditionele kleding gehulde heren, maar toen ik de foto aan een autochtoon liet zien, glimlachte hij beleefd, en vertelde dat dat toch echt niet de sultan was.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!