Ketapang - Ijen - Lovina - Munduk - Ubud


Er rest nog een hoogtepunt op Java, namelijk de beklimming van de Ijen vulkaan. Daarvoor rijden we naar Ketapang, net boven Banyuwangi, waar ook het veer naar Gilamanuk vertrekt. Onderweg bewonderen we nog even de huisvlijt van de aluminiumhuisindustrie. Wederom een bijzonder fenomeen om een aantal aluminium slagers geconcentreerd te vinden in een klein dorp als Kalibaru, dat in principe niets met aluminium te maken had. Enfin, het schijnt dat men van heinde en verre komt om hier ketels, pannen, vergieten etc, aan te schaffen, de kwaliteit is geweldig, Het is inmiddels wel even de vraag of al de blinkende potten en pannen die hier te koop zijn ook werkelijk hier gefabriceerd zijn. Naast een koffiestop is er verder weinig te melden over dit busritje. Afgezien natuurlijk van de prachtige vergezichten met indrukwekkende vulkanen op de achtergrond. Jammer dat het wederom wat heiig is, dus spectaculaire plaatjes kan ik niet schieten. Overigens ben ik het Javaanse landschap erg gaan waarderen, evenals de Javanen trouwens. Wat wel prettig is, dat zij de toerist veel minder als een 'walking wallet' zien en behandelen, is mijn ervaring. De eindeloze sawa's, de vulkanen die her en der over het eiland verspreid liggen, bieden weer een geheel andere aanblik als je het vergelijkt met Sumatra en Bali. In Ketapang blijken we weer in een tamelijk luxe onderkomen te logeren, aan de straat van Bali. Helaas kunnen we niet in de zee zwemmen, de stroming is te gevaarlijk, maar er is toch ook geen sprake van een mooi strand. Het is dus behelpen in de chloorbak van Ketapang Indah om af te koelen. Sawadee zet haar beleid voort van toeristje pesten, het hotel ligt wederom op taxi-afstand van zowel Banyuwangi als Ketapang. Dus erop uit met de bemo. Een aardige wandeling gemaakt vanaf de ferry het binnenland in met de Ijen en de Merapi op de achtergrond.
De volgende ochtend is het weer vroeg reveille. De 'beklimming' van de Ijen staat op het programma. Om 4 uur in de jeeps richting parkeerplaats aan de voet van de Ijen, met als doel de rand van de krater met uitzicht op het Ijen Kawah, het turquoise kratermeer. Het pad naar boven is tamelijk steil en vergt toch wel enige inspanning. Bijkomend nadeel is de stoffige ondergrond, dus het mondkapje komt weer goed van pas. Onderweg krijg ik een enorm respect voor de zwavelverzamelaars. Per gang vanaf de plek waar de zwavel wordt gewonnen tillen ze 40 tot 90 kilo per keer in twee manden die aan een bamboe stammetje zijn bevestigd. De die-hards maken twee keer per dag de gang van en naar de zwavelgroeve. Per kilo levert de zwavel de dragers 1000 rupiah op, 6,5 eurocent dus! Je sloopt daarvoor je lichaam zowel qua spierenapparaat als luchtwegen. Toch is iedereen vriendelijk onderweg en zijn de dragers ziels dankbaar voor een sigaretje of een boterham! Ronduit stuitend is het gedrag van een medetoeriste, een dikke chinese dame laat zich in een draagstoel door 4 lokalen naar de kraterrand dragen. Ze presteert het om onderweg nog eens te gaan onderhandelen over de prijs voor de 4 dragers. 400.000 rupiah was afgesproken, ze wil niet meer dan 150.000 rupiah betalen. Ik zou aan de rand van de krater de volle betaling eisen of anders . . . . . .
Onderweg scoren we nog wat apen en de rand van de krater wordt na ongeveer 70 minuten straf ploeteren bereikt, de beloning is groots, ondanks de laaghangende bewolking. Het is wederom een prachtig staaltje natuur. Het meer krijg ik helaas niet te zien, in de krater hangen wolken waarvan iedereen hoopt dat ze zullen oplossen. Na een half uur wachten besluiten we toch maar weer terug te gaan, de bewolking is te hardnekkig.
Na een verkwikkende douche is het tijd om Java te verlaten en vertrekken we richting ferry. Grappig om na 20 jaar weer eens op deze manier op Bali te arriveren. De havens aan beide kanten zijn een stuk professioneler, het is geen rij-op-rij-af via het strand meer. Langs de noordkust rijden we naar Lovina, en ja hoor, Sawadee koos weer voor een hotel precies tussen het centrum van Lovina en Singaraja in. Deze omgeving is nog even depressief als in december, er is weinig te doen en de eerste confrontatie met leurende, opdringerige wederverkoopsters is binnen 5 minuten een feit als ik mijn gezicht laat zien in de buurt van het strand, welkom op Bali! Het is hier vreselijk warm en benauwd, dus zo veel mogelijk in de schaduw en pas aan het eind van de middag een strandwandeling gemaakt, afgerond met een heerlijke massage.
Tot slot nog even op de foto met een groep ongetwijfeld zeer rijke motorrijders. Op het parkeerterrein van het hotel staan ruim 20 onmogelijk grote BMW's, dakje erop en je rijdt in een auto! Na een praatje met een van de heren blijkt dat het gaat om een clubje uiterst welgestelde Javaanse zakenlieden, die als ontspanning naar Bali zijn gemoterd, sommigen zelfs vanaf Jakarta, anderen voegden zich vanaf Soerabaya bij het gezelschap. Dit lijken mij echte aimabele liefhebbers die op deze manier hun werkstress proberen kwijt te raken.
Munduk is ons volgende doel. Via een Boeddhistische tempel met een soort replica van de Borobudur bereiken we het prachtig gelegen hotel in Munduk. In een sublieme tuin zijn een aantal bungalows gebouwd met als basis de vorm van de traditionele Balinese rijstschuren. Het mooie van dit succesvolle project is, dat het werk biedt aan een groot deel van de plaatselijke bevolking. Kosten noch moeite worden gespaard om het de westerse toerist naar de zin te maken; wij betalen daar als gast natuurlijk wel een pittig prijsje voor! Het is een feest om hier een wandelingetje door de bergen te maken, temperatuurtje ok, uitzichten fenomenaal. Kortom een plek om terug te keren.
Helaas de volgende ochtend al weer vertrokken richting Ubud en via een uitzichtpunt tussen het Danau Tamblingan en Danau Buyan, dalen we af naar Bedugul. Klaar voor weer een ultieme toeristenervaring in het complex van Pura Ulun Danau Bratan. Het is er ontzettend druk met voornamelijk groepen autochtonen. Wederom is het maken van (groeps)foto's belangrijker dan het bekijken van de tempel. Professionele fotografen zijn druk in de weer om de verschillende groepen zo goed mogelijk neer te zetten. Veel hilariteit alom, ook bij mij!
Op jacht naar wat commissie stoppen we nog even bij een restaurant met buffet en via een omweg bij een houtsnijwerk atelier. En dan is daar Ubud. Wasje geregeld en op zoek naar nieuwe loopschoenen. Mijn ouwetjes hebben het begeven na de wandelingen her en der, de lijm van mijn zolen is volledig opgelost. De groep is fietsen vandaag, vanaf de Gunung Batur, bergafwaarts via een 'traditioneel dorp', rijstvelden en een lunchbuffet, dat alles a raison van 35 Euro. Ik laat dat aan mij voorbij gaan en ga op zoek naar Blue voor een kopje koffie en wat bijpraten en gooi er vast nog wel een massage tegenaan En dan morgen de laatste etappe naar Sanur met het afscheid van de groep.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!