Halmahera

In een miezerig regentje haal ik nog even de was, een aantal panden verderop, en dan richting terminal met de auto van het hotel. Dacht ik nog even naïef dat dit een gratis service was van hotel Vellya, omdat de chauffeur ons al stond op te wachten . Die was uiteraard al ingeseind na het uitchecken. Enfin er heen moesten we toch.

In het wachthok bij de speedterminal worden we aangesproken door een chique dame, die daar zit te schuilen voor de regen. Zij lijkt haar Engels te willen oefenen, maar haar interesse voor ons lijkt verder te gaan. Zij blijkt de dochter van de voormalige gouverneur van de provincie Noord Molukken, die haar leven slijt als directeur Toerisme hier ter plekke. Wij worden uitgenodigd met haar mee te varen naar de overkant. Een buitenkansje, op een riante speed steken we over naar Halmahera. Onderweg maken we nader kennis en worden we met alle egards die passend zijn voor een westerse toerist behandeld. In Sofifi, sinds enkele jaren de nieuwe hoofdstad van de provincie Maluku Utara, staat haar chauffeur al te wachten en wij rijden naar haar kantoor. Zij heeft een vergadering en zal ons aan het eind van de middag uitgebreid bijpraten over de zaken die we moeten gaan zien op Halmahera. Haar kantoor is gevestigd in het splinternieuwe provinciale bastion, naast de ambtswoning van de gouverneur. Zoals zo vaak in Indonesië zijn bij de bouw kosten noch moeite gespaard om een prestigieus gebouw neer te zetten op een uiterst prominente plek, in dit geval even buiten Sofifi zelf. Een aantal jaren geleden heeft men bedacht dat Sofifi de nieuwe hoofdstad van de provincie moest worden. Decentralisatie van overheidsdiensten, kapitaalvernietiging, persoonlijke hobby? Zeg het maar . . . . . . . !!! Feit is dat Sofifi een modderig gehucht is, zeker in de regentijd, waar (nog) niets te beleven valt, er is niet eens een bank, een hotel of pinautomaat te vinden. Het is een verzameling modderige paden waar de triestigheid vanaf druipt. Het enige pluspunt is waarschijnlijk de centrale ligging, midden op Halmahera en een uurtje varen vanaf Ternate en Tidore. Het gros van de ambtenaren woont nog steeds in Ternate-stad en ‘speed’ dagelijks op en neer op kosten van de overheid. De bevolking mort, en nu schijnen er ook nog problemen rond de laatste gouverneursverkiezing te zijn. Dat resulteert regelmatig in protestbijeenkomsten bij het provinciehuis, zo ook vandaag. Onze gastvrouw wordt via een sluipweggetje naar de achterzijde van het gebouw geloodst om de demonstratie te ontlopen. Er liggen her en der glasscherven van ingegooide ruiten en we zien van een afstand een behoorlijk grote groep protesterende mensen. “Alles is veilig, jullie hoeven je geen zorgen te maken”, verzekert onze nieuwe vriendin ons. Het lijkt een routine te worden, deze protesten! Later zien we een niet onaanzienlijke groep politie/ME-ers door Sofifi rijden! Enfin, onze gastvrouw afgeleverd en wij werden naar een naburig hotel gereden, tamelijk nieuw en eveneens buiten Sofifi, en na het droppen van de bagage hier werden we op ons verzoek afgezet in het centrum van Sofifi.

Zoals gezegd, Sofifi stelt (nog) niet veel voor. We slenteren wat over de onverharde weggetjes, langs de markt en scoren een aardige lunch voor we met een ojek terug te gaan naar het hotel, in afwachting van een telefoontje van het bureau voor toerisme. Omdat dat even op zich laat wachten wandelen we wat rond en gaan op zoek naar de ATM die zich volgens een reclamebord in het gouverneursgebouw zou bevinden. Mandiri is ‘out of order’ , onduidelijk is of dit het gevolg is van de relletjes van vanochtend. De glasscherven zijn nog niet opgeruimd!

Aan het eind van de middag meldt Nurlaila zich met haar secondanten. Haar rechterhand, Kris, heeft het meest te melden en zal zijn contactpersonen op de hoogte stellen van onze komst. Wij kunnen volstaan met een telefoontje bij aankomst en dan zal het allemaal goed komen. Na nog wat groepsfoto’s is er een hartelijk afscheid, en de belofte van onze kant om onze ervaringen terug te koppelen. Vielen we toch wederom met onze neus in de boter door deze ‘toevallige’ ontmoeting.

Omdat Sofifi en de directe omgeving ervan weinig meer te bieden heeft worden we de volgende ochtend opgehaald door de chauffeur van de dienst toerisme en afgezet bij de speedterminal. Daar werden we overgedragen aan een andere chauffeur die ons voor 100.000 Rupiah naar Tobelo zou brengen, een ritje van een uur of drie, inclusief een stop bij een chauffeurscafé/wegrestaurant. In al die jaren dat ik in Indonesië gereisd heb, heb ik nog nooit in een auto gezeten die boven de 100 km per uur reed. Vandaag kwam daar verandering in. Deze niet van ADHD-trekjes gespeende jongeman trapte het gaspedaal moeiteloos naar de 130 km per uur op weliswaar kwalitatief goede wegen, maar niet breder dan een B-weggetje. Onderweg was er al rijdend ook nog ruimte om kreteks te roken, te sms-en en half passerend Halmahera te groeten of te becommentariëren. Blij dat we uiteindelijk konden afrekenen in Tobelo en onze intrek konden nemen in het geadviseerde hotel Regina, uiteraard zou ik bijna willen zeggen, uitgebaat door een Chinese Indonesiër. Het grootste deel van de middenstand hier in Tobelo schijnt in handen te zijn van deze hardwerkende bevolkingsgoep.

Tobelo is een zeer levendige en plezierige stad. Het bruist aan alle kanten, het straatbeeld wordt bepaald door de talloze bentors. En een haven biedt vrijwel altijd een aangenaam bezoekje, zo ook hier. Rijen met containers, veelal gevuld met tropisch hardhout vormen de afscheiding met de rest van de stad en fungeren eigenlijk als een soort pakhuizen. Het ouderwetse sjouwwerk is hier nog volledig in zwang. Zwoegende havenarbeiders zijn in de weer met zakken cement, copra – een van de belangrijkste exportproducten hier – en eindeloos veel dozen met levensmiddelen. Opzichtertjes noteren in notitieblokjes nauwkeurig het aantal stuks per sjouwer! Loodzware omstandigheden onder de brandende zon, de ARBO zou hier goud kunnen verdienen met het uitschrijven van boetes, gerekend naar Nederlandse maatstaven!

Tussen de haven en de hoofdstraat ligt traditioneel de markt. Deze nodigt als altijd uit tot het schieten van vele plaatjes. Het grootste deel van de vis- en groentemarkt is overdekt en verschilt niet erg van alle andere Indonesische markten. Iedereen is vriendelijk, vrolijk en in voor een praatje. Hilariteit alom als ik de net gemaakt foto’s laat zien.

’s Avonds meldt zich de eerste ‘vriend’ van Kris, om het programma voor de volgende dag te bespreken. Hij is nog wat vermoeid, want hij is net terug van de beklimming van de vulkaan met een sportieve Italiaanse toerist. Wij gaan uiteindelijk voor een dagtocht met auto en chauffeur, vriendje van zijn gereformeerde gemeente, inclusief een door zijn vrouw gekookte lunch. De beklimming van de vulkaan laten we over aan de jeugd . . . . . . . . !

Reacties

Reacties

René & Riet

Op de een of andere manier komt je reisverhaal nu aug '14 pas onder onze aandacht.
Leuk dat je,je ervaringen op zo'n onderkoelde manier beschrijft. We blijven je volgen

Henk en Paula Leenders

Hallo Piet,

Heel fijn jouw verhaal te lezen en te horen dat je weer in Indonesië bent.Geniet er fijn van en groetjes uit
Aalden

Gerrit Kamphof

Heel leuk om jouw verhaal te lezen. Zijn daar in 1999 geweest, voor de rellen. We herkennen nog veel. Een prachtige ervaring was het.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!