Tangkahan, Bukit Lawang

Keurig op tijd geland in Medan. Maar helaas, er waren 20 koffers achter gebleven in Kuala Lumpur, waaronder de mijne. Er was blijkbaar te weinig ruimte omdat een club golfers voorrang kreeg. Enorme golftassen laat je natuurlijk niet achter, want ook hier is het gewoon nog een kak-sport, en rijke Indonesiers gaan toch nog voor witte toeristen blijkbaar. Zoals een goed bureaucratisch land betaamt, het lijkt Nederland wel, komen nu de formulieren. Twee uiterst secure maar trage mevrouwen van Malaysia Airlines vullen voor 20 mensen in ca. anderhalf uur de fomulieren in. Hoop op bezorging dezelfde dag werd de bodem in geslagen,omdat we helemaal in Tangkahan (4 uur rijden) logeren. Misschien morgen, anders 'zeker' in Bukit Lawang! Onderweg maar even wat ondergoed, t-shirts en een tandenborstel aangeschaft. Dan heb je jaren lang slim een verschoninkje in je handbagage meegesjouwd, deze keer moest dat wijken voor een paar extra boeken. Enfin, god straft onmiddellijk.
Het gedeelte van de groep dat wel een koffer had wachtte geduldig, evenals de reisbegeleider, Zufnal, een Minangkabauer die aardig Nederlands spreekt, autodidact met als materiaal 'Youtube'-filmpjes. De groep lijkt aardig relaxed, maar vrienden voor het leven zitten er niet bij, weet ik na drie dagen! Diverse klassieke elementen zijn voorradig. Zo is er de bekende groepslul (in dit geval een echtpaar) en iemand die standaard te laat is.
Tangkahan is fantastisch, de weg er heen dramatisch slecht. Het eerste stuk door Medan is nog redelijk te noemen, maar wordt ontsiert door Bali-achtige opstoppingen, dus heftige vertraging. De laatste twee uur voert ons over een bewust slecht onderhouden route door de palmplantage met een snelheid van ongeveer 15km per uur. Men beweert dat de plantageweg, die het midden houdt tussen een modderige, onverharde landweg en een door tropische regens geteisterde goedkope asfaltweg - corruptie? -, niet wordt onderhouden om illegale afvoer van de palmnoten te voorkomen. De politie kan het stelen van de oogst zo beter controleren. Deze weg wordt dan ook alleen gebruikt door de vele vrachtwagens die de oogst vervoeren, brommertjes van de lokale bevolking en een verdwaalde toeristenbus.
De plantage waar we eindeloos door hobbelen is ooit gesticht door de Nederlanders en in de 50-ger jaren genationaliseerd. Oude bomen, die te weinig opleveren worden systematisch vervangen door jonge aanplant. In tegenstelling tot de wegen ligt de plantage er picobello bij. Autochtonen mogen blijkbaar naast hun werk op de plantage koeien houden. En deze grazen het gras onder de bomen keurig kort.
Tangkahan, een opkomende toeristische attractie ligt op de grens van de plantage en een nationaal park. Hier begint het tropisch regenwoud echt, de oerwoudgeluiden komen je al tegemoet als je over de flexibele hangbrug over een aardig snel stromende rivier 'danst'. De ecolodge, Linnea Lodge, ligt spectaculair aan de rivier. Tegen de jungle aan zijn een aantal simpele bungalows gebouwd met een overdekt terrasje. Het geheel is basic, het restaurant uitstekend met uitzondering van de temperatuur van hun Bintang, en het personeel zeer aimabel. Dat kan niet gezegd worden van de muggen, binnen de korste keren ben ik volledig lek geprikt, het loopt namelijk al tegen zonsondergang. Enfin, dit hoort bij het tropisch regenwoud, helaas zit mijn DEET in de tas in Kuala Lumpur.
De volgende dag breng ik in gepaste luiheid door. 's Morgens gewekt door de oerwoud geluiden, ik werk wat aan de jetlag, een wandeling in de buurt, mijn eerste massage en nu wel koud bier, de electriciteit doet het weer; wie doet mij wat?
Een aantal sportievelingen geeft al een spontane bloedtransfusie aan de vele bloedzuigers tijdens hun eerste jungle tracking. Ik achteraf blij dat ik me kon verschuilen achter mijn verdwenen bagage, want om nu op teenslippers de bush in te gaan . . . . . . . . , ik heb mijn 5 liter dus nog!
In de loop van de dag, god lof, wordt boven verwachting, mijn tas bezorgd, dus heerlijk gemandied en verschoond!
De volgende dag vroeg op en na het afscheid wiebelend terug over de hangbrug en met 2 jeeps op weg naar Bukit Lawang. We gaan namelijk het gehele traject over plantagewegen, dit om kilometers en tijd uit te sparen. Halverwege knapt echter de wielophanging van 'mijn' jeep. Niet getreurd, dit is Indonesie, want ook in the middle of nowhere werkt de mobiele telefoon en een nieuwe jeep is snel geregeld, deze wacht ons op in het volgende dorpje. Weliswaar eerst 20 minuten in de zinderende hitte gelopen, maar het laatste stuk mochten we mee in de laadbak van een achteropkomende pick-up! Zo behulpzaam die Bataks!
Na een kopje koffie in een prachtige tuin door naar Bukit Lawang. Werkelijk een hemelsbreed verschil met Tangkahan. Dit dorp is gewoon een volwaardige toeristische attractie. Naast westerse eco-toeristen komt half Medan hier in het weekend recreeren en raft met rubberboten en autobanden joelend de rivier af. Zaterdagavond vermaakt men zich in een van de knetterharde disco's of karaoke's. Iets minder idyllisch dan het jungleconcert van Tangkahan!
Na een slechte nacht dus, want het discogeweld houdt mij uit de slaap, klaar maken voor mijn eerste tracking, op zoek naar de Orangoetans. Met 7 toeristen, een gids met assistent en 4 lokale jongens die iets hopen te verdienen met het verlenen van hulp bij moeilijke passages, vertrekken we om 8 uur in ganzenpas richting Leuser Gunungpark. Het schoeisel varieert van zware bergschoen (doorgewinterde wandelaar), via sportschoen (ik), rubber schoentje met noppen (gids) tot teenslipper (lokale helpers).
De Indonesische overheid heeft bedacht om met ingang van 1oktober jl., de prijzen voor vergunningen en top-attracties ruim te verhogen. Dat betekent dat ik voor 25 euro drie uur door de jungle ploeter, zonder garantie op Orangoetans.Gelukkig valt het mee, want na een uurtje stuiten we op een groep van 8 neven en nichten. Met zo'n 25 toeristen strijden we glibberend en glijdend om de beste posities voor het vastleggen van de Orangoetans. De gidsen doen wat verboden is, en lokken ten behoeve van Jan de toerist de prachtige dieren met bananen en wortels dichterbij. Beetje genant allemaal en toch wel erg dubbel, we hadden ook gewoon naar de voederplaats kunnen wandelen alwaar om 8.30 en 15.30 'legale' dierentuinpraktijken worden gebezigd. Maar goed, alles voor het behoud van deze primaten en hun habitat. We scoren verder onderweg nog wat 'white-hand' gibbons, een particuliere rubberplantage aan de rand van het park en een Thomas-leave monkey.
Tegen half een terug bij de lodge voor een overheerlijke soto ayam, een welbesteedde ochtend naar mijn idee. 's Middags nog even de toeristenmarkt in het dorp bezocht met de gebruikelijke toeristen koopwaar en wat 'gechild', de volgende ochtend extreem vroeg op en op pad richting Tobameer.

Reacties

Reacties

Maud

Hoi hoi,
Wat schrijf je toch leuk.......het klinkt vertrouwd.
Toch eens even nalezen hoe je een paar jaar geleden over de groep dacht.....haha.

Petra Elzes

Hoi Piet,
Wat weer een boeiend verhaal over het begin van een nieuwe reis. Marga heeft je uitgezwaaid he?
Nu het in Nederland weer kouder en donkerder wordt, zou ik zo naar sumatra willen gaan.
Bukit Lawang, Orangoetans, ik was er, ik zag ze... Veel plezier verder Piet. In Bukit Lawang wassen ze graag je enige onderbtroek!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!