Yogyakarta - Tawangmandu - Malang - Bromo - Kalibaru

Yogayakarta -Tawangmangu - Malang - Bromo - Kalibaru

Yogyakarta was twee dagen puur genieten. Twee volle dagen groeploos. Doen en laten wat ik wil, terwijl de groep een dagje in een becak rond reed, het Kraton, het waterpaleis en de ondergrondse moskee bezocht en meegesleept werd naar een batikfabriek en de zilverwinkels in Kota Gede. Verder deden ze nog een dagje Borobudur en het dorpje Candirejo. Ik heb die twee dagen heerlijk door Yogya geslenterd en natuurlijk even over Jalan Malioboro gelopen. Praatjes gemaakt in de kleine buurtjes en even een poging gedaan mijn hospita van 5 jaar geleden te bezoeken. Helaas was ze niet thuis. Grappig om weer even in 'mijn' buurtje te zijn en te genieten van het top vegetarisch restaurant dat ik toen frequenteerde! Als extraatje verloochende de firma Sawadee haar geloof, en had ons in een luxe hotel gestopt in de wijk Prawirotaman. Ik heb niets tegen luxe op zijn tijd, maar profileer je dan niet als een alternatieve touropator, waar natuur, activiteit en bescheiden accomodaties centraal staan.
Vanuit Yogyakarta ging het richting Tawangmangu, de groep vinkte nog even de Prambanan af, ik dronk een kopje koffie buiten de poort. Ook de toegangsprijs voor de Prambanan was bijna verdubbeld! Via Solo verder richting Gunung Lawu met op de helling de tempel Sukuh. Een klein bescheiden complex met een tempel die qua vorm een beetje doet denken aan de tempels in Mexico en Guatemala. We pakken nog even een watervalletje mee, de Grojogan Sewu, ik heb steeds minder met die dingen, en dan prutsen ze er ook nog een nog een soort zwembadje bij met wat verveloze speeltoestellen. De wandeling verder naar beneden, omdat de bus de helling niet trekt en ons ergens anders opwacht, is aangenaam. De grond is blijkbaar erg vruchtbaar en aan water geen gebrek, iedere centimeter wordt benut om groentes te verbouwen. De boeren moeten hier keihard werken. De hellingen zijn behoorlijk steil en lastig te bewerken. Er worden smalle terrasjes gebouwd, en de gewassen worden met plastic bedekt, zodat water kan worden vast gehouden en de oogsten niet wegspoelen bij hevige regenbuien. Tegen de avond bereiken we Tawangmangu, een plaats zonder enige meerwaarde.
De volgende etappe voert naar Malang, een stad die bekend staat als studentenstad. Er worden weer vele kilometers gevreten, het landschap is echter aangenaam. Diverse indrukwekkende vulkanen zoals de Gunung Lawu en de Gunung Arjuna passeren we, het zicht is helaas wat minder, dus alleen de contouren schieten voorbij. Aardig om te zien is een teakhout plantage. Wat ik zo mooi vind is dat ter plekke wordt gewerkt door houtbewerkers en kunstenaars aan indrukwekkende meubels en prachtig houtsnijwerk. Tegenwoordig zijn er duidelijke regels voor het winnen van dit hout, de vraag is echter wel of er ook gehandhaafd wordt! Er worden nieuwe bomen geplant, die over 60 jaar gekapt mogen worden. De vorige president, meneer Yodoyono heeft zelfs het planten van 1 miljard bomen tot speerpunt gemaakt tijdens zijn regeerperiode. Maar ja, als dan op Kalimantan, Irian Jaya en Sumatra nog steed regenwoud gekapt wordt, dan zet dat niet echt veel zoden aan de dijk. Enfin makkelijk om het Nederlandse vingertje te heffen, ik begrijp dat er ook gegeten moet worden. Het schijnt dat 15 miljoen Indonesiers nog onder het bestaansminimum leven, en een voedselbank heb ik hier nog niet ontdekt!
Malang blijkt een erg drukke stad, de bus vordert maar langzaam tussen de krioelende brommertjes en scooters. Natuurlijk moeten we even langs Toko Oen, een horeca gelegenheid waar nog vergane koloniale sfeer geproefd kan worden. Dat kan ook als we over de prachtige laan 'Jalan Besar Ijen' rijden. Dit is werkelijk de goudkust van Malang met prachtige, goed onderhouden villa's uit de Nederlandse periode hier. Deze straat nodigt uit om de volgende ochtend vroeg op te staan om het een en ander aan pandjes vast te leggen.
Logeren doen we in 'Enny's Guesthouse'. Je waant je hier 75 jaar terug. Het hotel wordt gerund door een dame van naar schatting een jaar of 80, die vloeiend Nederlands spreekt met dat charmante Wieteke van Dort accent. Samen met een vriendin schept zij hier een wat oubollige sfeer, het lijkt een beetje op 'hotelletje spelen', bezige bijtjes die het de gasten zo aangenaam mogelijk willen maken. Wat oudere pensionades met nostalgische neigingen zijn hier kind aan huis, vertrouwt tante Enny mij toe, en keren hier jaarlijks terug!
Voordat we de volgende dag vertrekken richting Bromo inderdaad vroeg opgestaan om nog even bij daglicht te genieten van de koloniale architectuur. En dan richting Tumpang, waar we naast de zoveelste 'traditionele markt' nog even een tempel meepakken, Candi Jago uit de dertiende eeuw. Van oorsprong een Boedistische tempel om Vishnu te eren, maar er zijn ook Javaans-Hindoeistische beelden te vinden. Na het bezoek aan Tumpang wisselen we van transport. Met jeeps trekken we de enorme caldera in van het nationale park Bromo Tengger Semerumet. Mondkapjes en zonnebrillen zijn een must nu om het opstuivende vulkaanzand een beetje buiten de luchtwegen te houden. We maken een prachtige wandeling van een uurtje of 3 die eindigt onder aan de trap van de Bromo. Met de laatste energie nog even de ruim 200 traptreden op om een blik te kunnen werpen in de krater. Het blijft toch erg indrukwekkend om op een kraterrand te staan en dan is deze nog een beetje actief ook, getuige de dampen die opstijgen. Na een nieuwe facebook vriend gemaakt te hebben weer naar beneden. Het een en ander was wel een stuk relaxter dan 20 jaar geleden bij de zonsopkomst. Het hotel blijkt ook een stuk beter geregeld dan 20 jaar geleden. Schoon, zonder onduidelijk ongedierte en met een dik dekbed voor het geval dat . . . . . Er is zelfs een douche met warm water. De zonsondergang is weinig spectaculair, het is gewoon zwaar bewolkt helaas.
De volgende morgen is de zogenaamde wake-up call om 3 uur. Met nog twee groepsgenoten en Zufnal vertrekken we met een jeep richting Gunung Pananjakan, naast de kraterrand van de Bromo een ander populair uitkijkpunt voor de zonsopkomst. Klaar voor de ultieme toeristen ervaring. Na twintig jaar is er wel wat veranderd. In de jacht op de beste foto's van het opkomen van de zon zijn naar schatting 500 jeeps betrokken. Zo'n 100 jeeps brengen de toeristen naar de parkeerplaats bij de tempel in de buurt van de trap naar de kraterrand van de Bromo, waar men zich aansluit bij de file van de sportievelingen die gewapend met zaklamp de hele tocht te voet hebben af gelegd. De overige 400 jeeps rijden in file naar het uitkijkpunt op de Gunung Pananjakan. Daar is uiteraard een parkeerprobleem. Wij zijn duidelijk aan de late kant en moeten dan ook nog zeker anderhalve kilometer lopen, aan weerszijden van de weg staan bumper aan bumper de 4 wheel drives geparkeerd. Er heerst een opgewonden sfeertje, jongens op brommertjes bieden een lift aan onder het roepen van 'ojek-ojek', anderen zeulen met tassen met thermoskannen en proberen thee en koffiete slijten. Na het passeren van diverse verkopers van gepofte maiskolven, soep, instant mie etc., bereiken we uiteindelijk de top van de berg en proberen we een goede plek te vinden voor een spectaculaire fotoserie.
Deze ontberingstocht op de vroege morgen is niet tevergeefs. Het is werkelijk een unieke ervaring om de zon boven de rand van de caldera te zien opkomen. Het mooie vind ik nog, dat er weinig westerse toeristen zijn, het merendeel van de toeschouwers wordt gevormd door autochtonen. Het grappige van deze laatste groep kijkers is dat zij zich beperken tot 'selfies', waarschijnlijk voor facebook, er is nauwelijks oog voor de pracht van de natuur. Eten en drinken staat na de 'selfies' duidelijk op de tweede plaats.
De weg terug valt mee, de verwachte chaos blijft uit, en na terugkomst in Camara Lawang worden we getrakteerd op een fantastisch zicht op de Bromo, vrij van mist of wolken.
Na een uitstekend ontbijt en een uitgestelde douche vertrekken we met de volledige groep in een plaatselijke bemo naar Sukapura. Onze vertrouwde chauffeur wacht ons daar al op, Het materiaal dat door Sawadee wordt gebruikt is niet berekend op al te steile bergen. Regelmatig wordt onze bus namelijk ingehaald op weg naar boven, zelfs door zwaar beladen vrachtwagens. Bovendien moet de AC uit waneer de bus in zijn tweede versnelling naar boven zwoegt. Via Lumajan en Jember komen we aan het eind van de middag aan in Kalibaru. Waarom Sawadee deze plek heeft uit gezocht is mij een raadsel. Het is weliswaar een uitstekend hotel, maar ligt erg afgelegen, maar gewoonweg te luxe voor deze reis. Er liggen wat plantages in de buurt, maar dat is het dan ook. Het stadje zelf is zeker 5 km verderop. Ik geef me dan ook maar over aan ledigheid. De tweede dag wat gewandeld in de buurt en op zich me nog aardig vermaakt met wat gesprekjes en een bezoekje aan een triplexfabriekje bij iemand aan huis. Het zwembad nog even uit geprobeerd en een uitstekende warung gevonden voor een prima nasi rames.

Reacties

Reacties

Paula Leenders

Hoi Piet,
Geweldig om te lezen.Omdat wij er geweest zijn zie je het
gewoon weer voor je.Jij kunt wel een boek gaan schrijven.
Want het is gezellig om te lezen.Groetjes van ons Henk
en Paula

Bart Carbasius Weber

Heerlijk om je verslag en commentaar op Sawadee te lezen.
Ook prima om warm te lopen voor vertrek naar Candi Dasa(Bali) medio december met Ems en Roelie voor ruim een maand.Wij zijn vaste klanten van Kelapa Mas in deze tijd.
Dank voor het delen van je belevenissen.Bart

Annet Loyenga

Hoi Pieter,

Wat fijn om te lezen dat je aan twee dagen al genoeg had om bij te komen van ons als groep (hahaha).
Leuk om onze reis te beleven vanuit het oogpunt van een medereiziger.
Ik zit weer in de kou, maar hoop dat je vanuit Bali af en toe wat warmte toe zult schrijven.
Ben benieuwd hoe het je zal bevallen als semi-indo.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!